DE AVONDSTER SCHIJNT OP MIJN HART De avondster schijnt op mijn hart. Klare wolken vloeien. In de wouden, blauw en zwart, nachtegalen bloeien. Nachtegalen geuren uit wonderlijke minne. De avondster trilt op geluid: Zing, vriendinne. 14 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.